In de meeste krijgskunsten kent men stijlfiguren die volgens een vast patroon moeten worden gelopen. Ook in het Taekwondo kent men deze stijlfiguren waartoe o.m. de Taeguk en Poomsee behoren. De Taegeuk en Poomsee zijn stijlfiguren die zijn samengesteld uit de basisbewegingen van het Taekwondo. De meeste zijn gebaseerd op de aanvals- en/of verdedigingstechnieken, welke zijn geplaatst in een vaste en logische volgorde.
De stijlfiguren geven de Taekwondo-beoefenaar de kans alle basistechnieken in serie door te nemen en verder te ontwikkelen. Tevens kan men door stijlfiguren de handelbaarheid van de verschillende technieken in de praktijk bewijzen, een juiste ademhalingstechniek oefenen en een goed ritmegevoel krijgen. Het kan worden gezien als een gevecht tegen denkbeeldige tegenstanders. In een vooraf bepaalde vorm, in verschillende richtingen, worden alle mogelijke aanvals- en verdedigingstechnieken uitgevoerd.
Bij de uitvoering van de Taeguks en Poomsee’s dient aandacht besteed te worden aan de volgende punten:
-Men moet op dezelfde plaats eindigen als werd begonnen.
-Men moet een juiste houding tonen en vooral een beeldend karakter laten zien. Bij examens blijkt zeer vaak dat kandidaten geen enkele weet hebben wat de achtergrond is van een bepaalde techniek of wat het doel van de kihap is. Veel technieken worden uitgevoerd zonder enige richting, kracht of gerichte spierspanning.
-Men dient de spieren op het juiste moment aan te spannen of te ontspannen. Iedere techniek van een slag, stoot of trap dient te worden uitgevoerd tijdens een kort spanningsmoment van het lichaam. Men voert de poomse niet correct uit indien men tijdens de gehele oefening een brok spierspanning is of dat men de oefening uitvoert als een ‘slappe vaatdoek’.
-Iedere beweging moet gebaseerd zijn op een goede ritmiek, die zonder stroefheid wordt uitgevoerd. Houterige en stoterige bewegingen komen rommelig over. Het gaat dan niet vloeiend.
-Bij enkele stijlfiguren dienen de technieken vertraagd en/of versneld te worden uitgevoerd. Dit dient te gebeuren met grote precisie.
-Men dient de achtergrond van iedere beweging te kennen.
-In de uitvoering moet een bepaalde realiteit naar voren komen. De Poomse kan immers gezien worden als een soort van gevecht tegen een denkbeeldige tegenstander.
-Alle technieken dienen zowel rechts als links te kunnen worden uitgevoerd.
-Tijdens de uitvoering dient men recht vooruit te kijken en dient iedere techniek gepaard te gaan met een goede ademhalingstechniek